|
Dit pand dateert op zijn minst uit de 15e eeuw, afgaande op de restanten van de middeleeuwse sporenkapconstructie en balklagen. De vroegst bekende, geschreven vermeldingen van dit pand gaan terug tot 1520. De bijzondere voorgevel, een verhoogde trap- of halsgevel, komt vaak voor in Amsterdam en dateert van omstreeks 1650. De brede geveltrappen zijn voorzien van natuurstenen ‘klauwstukken’. Omstreeks het midden van de 19e eeuw werd de gevel gemoderniseerd, wellicht in 1865, toen het pand in eigendom kwam van de bekende Bossche likeurstoker Adrianus Cooymans. De gevel werd bepleisterd en voorzien van twee grote Terracotta koppen in reliëf. Deze stellen voor twee Gallische helden: links de vorst Ambiorix, rechts de hoofdman Vercingetorix. Laatstgenoemde wordt vooral in Frankrijk vereerd als diegene die Julius Ceasar versloeg bij Gergovia (Auvergne) en werd verslagen bij Alesia (Bourgogne). De eerste vooral als Belgisch held, die vooral na de Belgische onafhankelijkheid in 1831 werd herontdekt en vereerd. Wellicht was de familie Cooymans van Belgische oorsprong? Het pand is nu in gebruik als hotel. | 13 |
Magazine Open Monumentendag 2018 | 13
|
Huis met gebosseerd gepleisterde trapgevel uit plm 1650 met festoen in top, natuurstenen voluten op de trappen; te weerszijden van het bovenvenster een krijgsmanskop in bladermedaillon. Gevel door waterlijsten gedeeld. |
Rijksdienst voor de Monumentenzorg 2004|
Ook Den Bosch heeft zijn huis met de hoofden: de nummers 38 en 40. Daar ziet u in de voorgevel twee nissen: de linker vertoont het aanschijn van Ambiorix, een gallische vorst, de rechter prijkt met het hoofd van Vercingetorix, een gallisch veldheer. | 85 |
Straat in Straat uit (1984) 85
|
Naast het huis de Munt stond Vughterstraatwaarts een huis, dat zich thans nog onderscheidt door eenen merkwaardigen gevel, over welk huis in Reg. n° 118 f. 227 de navolgende schepenakte van het jaar 1520 voorkomt: Mathijs en Andries Brugmans, zonen van Mathijs Brugmans, en Joseph Henrickszn van den Stadeacker, als man van Yda, dochter van laatstgenoemden Mathijs Brugmans, zoo voor zich als namens hunnen broeder Dirck, verkoopen aan Cornelis, priester, Jan en Catharina, ook kinderen van Mathijs Brugmans laatstgenoemd, 4/7 in de 1/2 van een huis, erf, plaats en achterhuis, staande in de Postelstraat tusschen het huis van Henrick Goijartszn van den Broeck ex uno en het overig huis van Katherina, dochter van Hubert 's Abts ex alio; item het overig huis met erf van genoemde Katherina voor het geheel, staande dat tusschen het voormeld huis erf ex uno en het huis van Belia weduwe van Johan van Tricht en hunne kinderen ex alio, welke voorschreven helft en welk voormeld overig huis Mathijs van Poppel gekocht had van Katherina, dochter van Hubert 's Abts en nu zijn: „huis, erf, plaats en achterhuis, staande in de Postelstraat tusschen het huis van Petrus Toelinck ex uno en dat van wijlen mr. Henrick Pelgrom, secretaris van den Bosch, ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan de Dieze." Genoemde Katherina huwde met Joost Janszn Bloemaerts 1), welke 26 Juni 1523 2/3
| 255 |
|
in gezegd huis kocht van zijnen genoemden zwager Jan Brugnians, (die 20 September 1522 Reg. n° 122 f. 256 daarvan 1/3 had gekocht van zijnen broeder Cornelis,) waardoor hij daarvan algeheel eigenaar werd. De erfgenamen zijner vrouw, zijnde Jan, Willem en Nicolaus, zonen van Mathijs, den zoon van Mathijs Brugmans Senior, hiervoren genoemd; Gerard Corneliszn als man van Clara, dochter van Mathijs Mathijszn Brugmans voornoemd; Mathijs, zoon van denzelfde; Anna, dochter van Joseph van den Stadeacker Henrickszn en Yda, de dochter van Mathijs Brugmans Senior; Marcelis, zoon van Jan Hermanszn van Bergen, als man van Jutte, Jaspar van Eyck als man van Barbara en mr. Godevaert Lombaerts van Enckevoirt als man van Dirixken, dochters van Joseph en Yda voornoemd; Jan van Kessel Willemszn als gemachtigde van Dirck Aerdszn, als man van Henrica, dochter van Joseph en Yda meergenoemd; de voogden over Jan, onmondigen zoon van Jan van Bree en Maria, dochter van Joseph en Yda meergenoemd; de voogden over Lamberta, onmondige dochter van Lambert, den zoon van Andries, den zoon van Mathijs Brugmans senior; de Rector van de Tafel van den H. Geest en die van het Groot Ziekengasthuis te den Bosch als uitvoerders van het testament van Jacob van Doerne als man van Yda, dochter van Andries Brugmans voornoemd, verkochten 9 Februari 1561 (Reg. n° 207 f. 128 vso) voorschreven huis, dat nu gezegd wordt te zijn twee huizen, erven, plaats en achterhuis, achter elkander liggende, staande in de Postelstraat tusschen dat van Petrus Toelinck ex uno en dat der erven mr. Henrick Pelgrom, secretaris van den Bosch, ex alio, aan Anna Vyge weduwe van Aelbrecht Proening van Deventher. Zij vermaakte dit huis aan Jacob Laurenszn van den Steen, als man van Jenneken Thomas, die het 30 Juli 1614 verkocht aan Dierck van den Velde | 256 |
|
Gijsbertszoon, notaris en schrijver van de evictiën te den Bosch; diens weduwe Pierina Heesters Huybertsdr. schonk het in 1652 (Reg. n° 402 f. 392) aan Gijsbrecht Karsmans Janszn als zijnde gehuwd met hare nicht Maria Strick; van hen erfde het hun zoon Pieter Karsmans, van wien het kwam aan diens zoon Gijsbert, rentmeester der heerlijkheid St. Michielsgestel, echtgenoot van Theodora Jacquelina Ingenrae 2); van dezen erfde het hun zoon Theodorus Karsmans, kanonik te Brugge, die het 21 November 1749 verkocht aan Tjard van Berchuys, commies van 'slands magazijnen te den Bosch en daartoe behoorende forten; deze verkocht het in 1753 weder aan Pieter Vissers, van wien het erfde diens dochter Johanna Louisa Vissers, echtgenoote van Gerardus Josephus Deckers, wijnkooper te den Bosch. | 257 |
| Noten | |
| 1. | Zijne erfgenamen waren in 1561 de navolgende afstammelingen van Jan Bloemaerts, zijnen vader: a. Jan, zoon van wijlen Goessen, Hen zoon van Jan voornoemd; b. de kinderen van Arnd Kemp en Segerken, de dochter van Goessen voornoemd; c. de kinderen van Dirck Toelinck en Margrietkene, dochter van Wouter van Lith en Margrietkene, de dochter van genoemden Jan Bloemaerts senior; d. de kinderen van Dirck Heeren en Adriana, dochter van Wouter van Lith en Margrietkene voornoemd. |
| 2. | In eene Bossche Schepenakte van 1741 (Reg. n° 534 f. 126) compareerden mr. Pieter Ingenrae, advocaat te den Bosch en Gijsbert Karsmans als gehuwd met Theodora Ingenrae, beiden als testamentaire voogden over Helena Maria Nieuwenhoff weduwe van Johan Ingenrae, rentmeester der heerlijkheid te St. Michielsgestel, alsmede over de minderjarige kinderen dezer echtelieden, welke waren Isabella Maria, Johanna Maria en Johan Ingenrae; hunne zuster was genoemde Theodora Ingenrae (Reg. n° 540 f. 172). |
De voorname Huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) 255-257
| 1996 |
J. van HaarenPostelstraat 38-40KringNieuws 5 (1996) 16 |
Deckers, Gerardus Antonius
Grootenacker, Regina van de
Wanraij, Louwis
Deckers, Jan Hendrik
Deckers, Louisa
Deckers, Gerardus Adrianus
Deckers, Hendrikus
Deckers, Maria
Esch, Maria van
Asten, Elisabeth van
GAHt • Bev.Reg. 1814, 1822 • wijk H 17-37 • B 37.02
Cooijmans, Johannes Gerardus
Leeuw, Henrica Josepina
Cooijmans, Adrianus Franciscus Antonius
Cooijmans, Maria Catharina Antonia
Kuijpers, Lambertus Josephus
Wouters, Maria Elisabeth
Ertrijck, Maria Petronella Francisca van den
Bogaard, Johanna van den
GAHt • Bev.Reg. 1830 • wijk H 1-175 • B 51.06
Cooijmans, Johannes Gerardus
Leeuw, Josepha de
Cooijmans, Adrianus Franciscus Antonius
Cooijmans, Henricus Cornelis Franciscus Antonius
Cooijmans, Maria Catharina Antonia
Grinsven, Anna Maria van
Diepen, Anna Maria
GAHt • Bev.Reg. 1840 • wijk H 1-163 • B 59.01
1.Cooijmans, Johannes, Gerardus
2.Leeuw, Henrica Josepha de
3.Cooijmans, Adrianus Franciscus Antonius
4.Cooijmans, Hendrikus
5.Hoeven, Adrianus van den
6.Beers, Lamberta
7.Francken, Joannes
GAHt • Bev.Reg. 1850 • wijk H blad 1-30 • B 87.01
| 1832 | Johannes Gerardus Cooijmans (eigenaar) |
| 1881 | H.L. Verhagen (lintfabriekant) |
| 1908 | H.F. Buenen-van Eggelen (electriciën, gasartikelen) |
| 1910 | H.F. Buenen-van Eggelen (electriciën, gasartik. rijw. enz.) |
| 1865 | A.F.A. Cooijmans (firma J.G Cooijmans en Zoon) sigarenfabrijkant, likeurstoker en koopman in gedistilleerden sigaren - J.E. Simon (commies, stempelaar bij het kantoor van waarborg voor goud- en zilverwerken) |
| 1875 | A.F.A. Cooijmans (firma A.G Cooijmans en zoon) sigarenfabriekant en likeurstoker |
| 1881 | M.G.H. Paulus (mr. kleermaker) |
| 1908 | A. van Aar (timmerman) - Gez. van Aar (tailleuses) |
| 1910 | A. van Aar - Gez. van Aar (tailleuses) |
| 1928 | Th.A. van Leent |
| 1943 | J.H.H. van Appeven (sigarenmaker) |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 78
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 195